Uit beide definities blijkt een gevoel van verbondenheid met natuur en natuurlijkheid, het naturisme wordt gezien als meer dan alleen maar naaktrecreatie. Je kunt het naturisme zien als een reactie op de gevolgen van de industriële revolutie: de mens was door de industrialisatie in de 19e eeuw steeds verder verwijderd geraakt van de natuurlijkheid. Niet alleen de stedelijke omgeving was steeds minder natuurlijk, ook de omgangsvormen – denk hierbij aan de houding ten aanzien van het naakte lichaam – waren steeds onnatuurlijker geworden. Naakt zijn alle mensen gelijk en zijn maatschappelijke standsverschillen niet langer zichtbaar. Hetzelfde argument dus, dat ook bij schooluniformen gebruikt werd. Uit het Victoriaanse Engeland, waar de industriële revolutie zich het sterkst liet gelden en waar de Victoriaanse preutsheid zich het sterkst liet voelen, kwamen in het begin van de 20e eeuw de eerste naturisten voort. Dit waren rijkelui die zich aan de Franse Rivièra van hun badkleding ontdeden. Ook in het Wilhelminische Duitsland werd dit voorbeeld vrij snel gevolgd. Omdat het oorspronkelijke woord "Nacktkultur" er de burgerij te veel shockeerde werd het vrij snel door de neutralere term "Freikörperkultur" (afgekort FKK) vervangen. Vooral de Duitse "Wandervogel"-beweging was in de beginjaren promotor van deze integrale natuurbelevenis.